Burgemeester Hoogendoorn onthult samen met de heer Manuhutu, voorzitter Maluku Foxhol, en mevrouw Kainama-Ruhupessy het monument op de Stille Hof.
Burgemeester Hoogendoorn onthult samen met de heer Manuhutu, voorzitter Maluku Foxhol, en mevrouw Kainama-Ruhupessy het monument op de Stille Hof.

Twee Molukse monumenten onthuld op begraafplaatsen

Algemeen

HOOGEZAND – Op de Stille Hof in Hoogezand en de begraafplaats in Kropswolde zijn donderdag twee monumenten onthuld ter ere van de Molukse KNIL-militairen en hun echtgenotes die daar begraven liggen.

Voor de Molukse gemeenschap is 25 april een bijzondere datum vanwege de proclamatie van de Republiek der Zuid-Molukken. De gemeente heeft aan 35 graven de status Memorable Graven toegekend. Daarmee is gehoor gegeven aan het verzoek van de Molukse gemeenschap tot erkenning van het leed en de achtergestelde positie die de eerste generatie bij aankomst in Nederland in de jaren ’50 is aangedaan. En daar is burgemeester Hoogendoorn van de gemeente Midden-Groningen het roerend mee eens: ,,Tijdens de Indonesische revolutie bleven de Molukse KNIL-militairen de Nederlandse regering trouw. Daarom is het zo’n deceptie als je ziet hoe de Nederlandse regering in die tijd met hen is omgegaan. Na de Indonesische onafhankelijkheid in 1949 was het logisch dat de Molukken geen deel wilde uitmaken van die Indonesische staat. Hun pleidooi voor een vrije Molukse staat was heel begrijpelijk.’’

Nederland toonde zich verlegen met de situatie. De Nederlandse regering liet hen voor een korte periode met hun gezinnen naar Nederland halen. Dat zou voor hooguit zes maanden zijn, dan konden ze weer terug. De burgemeester: ,,Het is beschamend hoe de Nederlandse regering toen met de Molukkers is omgegaan. Op 25 april 1950 werd op Ambon de Republik Maluku Selatan (RMS) uitgeroepen als vrije staat uitgeroepen, vandaag 74 jaar geleden. Maar Nederland heeft zich internationaal nooit ingezet voor een vrije Molukse staat. En wat doet het dan ontzettend zeer als je als trouw militair in 1951 noodgedwongen in Rotterdam aan wal stapt en bijna direct als militair uit de Koninklijke Landmacht wordt ontslagen. Afgedankt.’’ 

De Molukkers werden ondergebracht in kampen als Westerbork, waar zij jarenlang in barakken leefden. ,,Al die tijd koesteren de Molukkers hoop ooit terug te kunnen keren naar een vrij Molukken. Op 21 december 1961 werd die hoop de bodem ingeslagen toen de laatste bewoners van het woonoord in de Carel Coenraadpolder onder dwang moesten verhuizen naar Foxhol. Gelukkig heeft de Molukse gemeenschap zich daar herpakt. Het mooie is dat zij enerzijds trouw bleven aan hun cultuur, maar anderzijds ook in contact kwamen met de andere dorpsbewoners.’’