Directeur Rob Bezema en zijn collega's van het Nationaal Bus Museum in Hoogezand hebben veel plannen voor de toekomst.
Directeur Rob Bezema en zijn collega's van het Nationaal Bus Museum in Hoogezand hebben veel plannen voor de toekomst.

Nationaal Bus Museum houdt blik op de toekomst gericht

Algemeen

HOOGEZAND - Het Nationaal Bus Museum in Hoogezand is voor veel mensen een begrip. Opgericht in 1978 heeft het museum zich ontwikkeld tot een ware toeristische trekpleister. Naast het bewaren, onderhouden en restaureren van oude bussen wil het museum het verhaal levend houden van het ontstaan van de eerste buslijn, de ontwikkeling van het busbedrijf en het toeristenvervoer tot aan de huidige stand van zaken en de visies over het toekomstige busbedrijf. Een tot de verbeelding sprekend verhaal van pioniers tot hightech innovaties. Daarom is het museum niet alleen met het verleden bezig, maar wordt de blik ook op de toekomst gericht. Er wordt momenteel druk gewerkt aan een aantal veranderingen, zodat het museum over een paar jaar weer helemaal toekomstbestendig is.

door Margreet Pronk 

Rob Bezema is inmiddels ruim anderhalf jaar directeur. ,,Ons museum draait vooral om cultureel rijdend erfgoed.’’ Het uitgangspunt van het museum is dan ook de collectie autobussen die in voorbije jaren in Nederland hun diensten hebben bewezen. Aanvankelijk met bussen uit het noorden van het land is de collectie inmiddels flink gegroeid en heeft nationale proporties aangenomen. Maar het museum beschikt naast bussen ook over een aanzienlijk depot voorwerpen en een steeds maar uitdijend archief met foto’s, films en documenten. ,,Het Nationaal Bus Museum is er voor jong en oud. Leerzaam voor iedereen, een doe-museum voor de jeugd en met een vleugje nostalgie voor de ouderen. En omdat we ook in de toekomst interessant willen blijven voor een brede doelgroep, zijn we nu een traject gestart om een aantal veranderingen door te voeren.’’ 

Daarbij wordt ook goed naar de kosten gekeken, want net als elk ander bedrijf heeft ook het Nationaal Bus Museum door de inflatie en hoge gasprijzen te maken met flink meer kosten. Bezema: ,,Zo betalen we nu zo’n 1.000 euro per maand meer aan energie. We hebben natuurlijk ook een groot aantal meters oppervlakte, zo’n 4.000, dus we moeten goed nadenken hoe we daarmee omgaan. Op het gebied van verduurzaming zijn we verplicht om in 2023 energielabel C te hebben, maar gelukkig zitten we nu al op label B. Daardoor hebben we tijd ‘gekocht’ tot 2030 om uiteindelijk helemaal energieneutraal te worden. We hebben er nog wel een tijdje aan gedacht om ons ergens anders te vestigen, maar we blijven toch hier omdat dit ons eigen pand is en dan gaan we kijken hoe we onszelf goed in de markt kunnen blijven zetten.’’  

Leerbedrijf  
Ook op maatschappelijk gebied is het museum behoorlijk actief. ,,We hebben zo’n 80 vrijwilligers, onder wie ook enkele statushouders, en we werken ook samen met het BWRI, zodat we ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een kans kunnen bieden zich te ontwikkelen en ze op een laagdrempelige manier te laten wennen aan een dagritme. Daarnaast zijn we sinds ruim een maand een erkend leerbedrijf voor het MBO. Daarmee binden we ook jongeren aan het museum en dat is alleen maar verfrissend, want zij komen vaak met ideeën waar wij nog niet aan gedacht hadden.’’ Verder wordt er ook steeds meer gekeken naar samenwerking met andere musea zoals de Historische Scheepswerf Wolthuis in Sappemeer en het Noord Nederlands Trein & Tram Museum in Zuidbroek. ,,Mede daarom zijn we ook onderdeel van de coöperatie Sterke Musea.

Canon  
Op jaarbasis heeft het Nationaal Bus Museum zo’n 30.000 klanten. Dat komt vooral door de verhuur van tien bussen, die bijna dagelijks onderweg zijn. Sterker nog: we krijgen zoveel aanvragen dat we soms wel twee of drie keer per dag op pad zouden kunnen. Maar we werken ook veel samen met culturele instellingen en we krijgen hier regelmatig schoolklassen over de vloer.’’ Juist die jeugd is voor het museum een belangrijke doelgroep. ,,Voor de continuïteit is het natuurlijk nodig dat er steeds weer jonge mensen naar ons toe komen. Daarom moeten we dynamischer en interactiever worden, zodat het ook voor hen interessant blijft. We hebben nu bijvoorbeeld al een simulator staan en je ziet vaak gebeuren dat jonge bezoekers daar direct gaan zitten.’’ Maar ook in algemene zin moet er wat veranderen. ,,We hebben nu zoveel materieel staan dat het niet meer overzichtelijk blijft. We zitten er dus aan te denken om eventueel de collectie wat uit te dunnen, zodat we een mooi overzichtelijk geheel krijgen en een goed verhaal kunnen vertellen. Uiteindelijk moet het een soort canon worden die de geschiedenis van het openbaar vervoer laat zien tot op heden.’’

Vrijwilligers
Om het museum goed draaiende te houden, zijn echter ook genoeg vrijwilligers nodig. ,,We hebben nu een mooie groep en hebben bijvoorbeeld ook onze eigen monteurs die het onderhoud van de bussen voor hun rekening nemen. Maar het wordt wel steeds lastiger om die te vinden en net als veel anderen liggen nieuwe vrijwilligers tegenwoordig ook niet meer voor het oprapen. Daar heeft de coronaperiode ook wel een rol in gespeeld. We hebben toen een tijd onze deuren moeten sluiten en dat heeft ons toch wel wat mensen gekocht. Maar de vrijwilligers die we hebben zijn allemaal heel enthousiast en willen er samen iets van maken. Iedereen wil graag dat het museum behouden blijft en we blijven dan ook met z’n allen vooruit kijken.’’

In de huidige collectie van het Nationaal Bus Museum zijn autobussen vanuit alle delen van Nederland opgenomen.