De collectie bussen uit heden en verleden vormen de basis van het Nationaal Bus Museum in Hoogezand.
De collectie bussen uit heden en verleden vormen de basis van het Nationaal Bus Museum in Hoogezand.

Nationaal Bus Museum viert 45-jarig bestaan

Algemeen

HOOGEZAND - In 1978 begon kochten vijf chauffeurs voor 500 gulden een Gado 4400. Wat ze nooit hadden kunnen voorzien, was dat dit het begin zou zijn van het Noordelijk Bus Museum in Winschoten. Er werden steeds meer bussen uit het hele land aangeboden en zo groeide het museum al snel uit zijn voegen. Een nieuwe plek werd in 2006 gevonden in Hoogezand. In een uniek pand kreeg een uniek museum een nieuwe naam: het Nationaal Bus Museum. ,,Dat we nu in Hoogezand zitten is eigenlijk niet meer dan logisch’’, zegt directeur Rob Bezema. ,,De Gado komt uit Hoogezand en ook de bussen van Groenewold hebben hier hun oorsprong.’’

door Margreet Pronk 

Op zaterdag 22 april viert het Nationaal Bus Museum haar 45-jarig jubileum. Het museum draait om de collectie autobussen die in voorbije jaren in Nederland hun diensten hebben bewezen. Aanvankelijk met bussen uit het noorden van het land is de collectie inmiddels flink gegroeid en heeft nationale proporties aangenomen. Maar het museum beschikt naast bussen ook over een aanzienlijk depot voorwerpen en een steeds maar uitdijend archief met foto’s, films en documenten. ,,Het Nationaal Bus Museum is er voor jong en oud. Leerzaam voor iedereen, een doe-museum voor de jeugd en met een vleugje nostalgie voor de ouderen.’’ 

Bezema is blij dat het 45-jarig bestaan gevierd kan worden. ,,Want’’, zo zegt hij: ,,De coronaperiode heeft er bij ons natuurlijk ook flink ingehakt. En de eerste periode nadat de coronamaatregelen waren opgeheven was het niet altijd even makkelijk. We hadden twee jaar nauwelijks inkomsten gehad en de kosten waren intussen wel flink gestegen. Gelukkig hebben we in die tijd wel coronacompensatie ontvangen van de gemeente Midden-Groningen, anders hadden we hier nu niet mee gezeten. Nu hebben we ons kunnen redden en inmiddels is qua bedrijfsvoering alles goed op orde. We moeten ook wel, want we zijn niet alleen een museum, maar feitelijk ook een middelgroot bedrijf. Op dit moment kunnen we weer vooruit kijken.’’

Niet stil zitten  
Van stil zitten is dan ook totaal geen sprake. ,,We zijn druk doende om te verduurzamen. Dat is ook nodig, want we moesten dit jaar sowieso energielabel C hebben, maar gelukkig zitten we al op B, waardoor we tot 2030 de tijd hebben om helemaal energieneutraal te worden. Dat lukt natuurlijk niet in één keer, want investeren kost geld. Dus we sparen zoveel mogelijk om het op zo kort mogelijke termijn voor elkaar te hebben.’’ Om kosten te besparen heeft het museum een loods in Overschild inmiddels afgestoten en zijn een aantal bussen verkocht. ,,Naast verduurzaming willen we de boel ook moderniseren. Dat betekent onder meer dat we het geheel anders willen gaan presenteren, met meer wisselingen en ruimte voor interactiviteit. Zo spreek je namelijk ook weer een jongere doelgroep aan en die heb je nodig voor de continuïteit van het museum. Verder is het restaurant helemaal vernieuwd, zodat bezoekers ook terecht voor een hapje en drankje.’’

Leerbedrijf
Ook op maatschappelijk gebied is het museum al enige tijd erg actief. ,,We zijn sinds driekwart jaar een erkend leerbedrijf voor het mbo en werken daarom ook intensief samen met het BWRI en Kwartier Zorg & Welzijn, zodat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en statushouders hier aan de slag kunnen. En dat klikt erg goed onderling. En hoewel we inmiddels een mooie groep vrijwilligers hebben, kunnen we er altijd meer gebruiken. Want dat heeft de coronaperiode ook als gevolg gehad: er zijn toch mensen gestopt daardoor, vooral onder de oudere garde.’’ Ook wordt er in het kader van de coöperatie Sterke Musea goed gekeken naar samenwerking met de Historische Scheepswerf Wolthuis in Sappemeer en het Noord Nederlands Trein & Tram Museum in Zuidbroek. ,,We zijn momenteel bezig met het ontwikkelen van verschillende arrangementen tussen ons drieën. Door de handen ineen te slaan kunnen we elkaar extra versterken.’’

Link tussen oud en nieuw
De komende jaren wil het Nationaal Bus Museum vooral een link blijven leggen tussen oud en nieuw. ,,Je moet toch kijken naar de toekomst en bijvoorbeeld de mogelijkheden onderzoeken hoe je op termijn emissievrij kan worden. Want het zou toch jammer zijn als onze mooie collectie bussen, ons cultureel rijdend erfgoed, op termijn niet meer de weg op zou kunnen.’’ Daarnaast is het museum ook bezig met het maken van een canon door de tijd heen: van de begintijd met de postkoets tot de moderne bussen die tegenwoordig rond rijden.

Jubileumdag
Op zaterdag 22 april is het museum geopend van 11.00 tot 17.00 uur en compleet gehuld in het thema ‘Grease’ en de jaren ‘70. ,,De keuze van het thema was niet zo moeilijk, want zowel de film als het museum vinden hun oorsprong in 1978. Een fanatieke groep mensen is hiermee aan de slag gegaan en heeft een mooi programma op poten gezet.’’ Er zullen gedurende de dag meerdere live optredens verzorgd worden met muziek en dans, er zijn Cadillacs, de lekkernijen zijn in stijl en natuurlijk kunnen ‘Danny en Sandy’ niet ontbreken. ,,Ook worden er mooie rondritten in onze oldtimers verzorgd, het is mogelijk om onder begeleiding van een van onze chauffeurs een stukje te rijden en zo is er voor elk wat wils. Het moet niet alleen een feest zijn voor de vele vrijwilligers die het Nationaal Bus Museum draaiende houden, maar nog belangrijker, voor de hele gemeenschap in Hoogezand en omgeving. We willen er met z’n allen gewoon een hele mooie dag van maken!’’

Directeur Rob Bezema is blij dat het Nationaal Bus Museum in Hoogezand het 45-jarig bestaan volgende week uitgebreid kan vieren.