De overheden in Groningen en Noord-Drenthe vinden dat mensen met aardbevingsschade recht hebben op een rechtvaardige en ruimhartige schade-afhandeling.
De overheden in Groningen en Noord-Drenthe vinden dat mensen met aardbevingsschade recht hebben op een rechtvaardige en ruimhartige schade-afhandeling.

Regio wil meer duidelijkheid over maatregelen schadebehandeling

Algemeen

REGIO - De Groningse en Noord-Drentse overheden hebben in een gezamenlijke brief aan het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) gereageerd op de maatregelen die het instituut in mei bekendmaakte. Deze maatregelen zorgen voor veel vragen bij de regionale overheden en bij inwoners. In de brief roepen de overheden het IMG op om duidelijk te zijn over de maatregelen, naar alle factoren te kijken bij het wettelijk bewijsvermoeden en bij het uitgangspunt van rechtvaardige en ruimhartige schadebeoordeling te blijven.

Het IMG kondigt maatregelen aan die nog onvoldoende zijn uitgewerkt, zodat inwoners niet weten wat deze maatregelen voor hen betekenen. Er zijn inwoners die moeten constateren dat hun buren schadevergoeding toegekend hebben gekregen, terwijl hun aanvraag mogelijk niet meer in behandeling wordt genomen of op basis van een aangepast beoordelingskader. De regio heeft haar zorgen op deze en andere punten kenbaar gemaakt aan het instituut.

De regio ziet dat het aankondigen van niet-uitgewerkte maatregelen geen rust of ontzorging van inwoners biedt. Dat het IMG aanvragen nu afwijst of niet in behandeling neemt terwijl aanvragen met identieke schade in dezelfde straat eerder wel ruimhartig zijn vergoed, stuit op veel onbegrip. ,,Inwoners voelen zich hierdoor ongelijk behandeld.” De regio geeft aan dat bij een dergelijke ingrijpende wijziging van de werkwijze van het IMG het voor gedupeerden duidelijk moet zijn wat het voor hen betekent en waar ze wél op kunnen rekenen.

Het wettelijk bewijsvermoeden is bedoeld om inwoners te ontzorgen in de complexe en technische bewijslast. Verschillende factoren kunnen tot schade leiden en de regio vindt dat het IMG bij het toepassen van het wettelijk bewijsvermoeden naar alle factoren moet kijken. Omdat het rapport van TNO/TU Delft naar één schadefactor kijkt - diepe bodemdaling en -stijging - vindt de regio dat zolang andere oorzaken niet uitgesloten kunnen worden het wettelijk bewijsvermoeden in het gehele gebied van kracht moet blijven en het IMG de schade-aanvragen die opgeschort zijn weer in behandeling moet nemen. Oordeelt het IMG hier anders over, dan vindt de regio een passende overgangsregeling voor inwoners die een aanvraag hebben ingediend op z’n plaats.

De regio vindt dat het IMG ervoor moet zorgen dat inwoners op tijd bericht krijgen over hun aanvraag, en dat het beoordelingskader duidelijk moet zijn en eenduidig toegepast wordt. ,,Maatregelen moeten leiden tot meer afgehandelde aanvragen met een ruimhartige benadering.”