Afbeelding

M-G: draagkrachtnorm voor huishoudelijke hulp via WMO

Algemeen

HOOGEZAND - B en W van Midden-Groningen gaan de regels voor het verkrijgen van huishoudelijke hulp via de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) wijzigen. De gemeente gaat per 1 januari 2022 voor huishoudelijke hulp op grond van de WMO een draagkrachtnorm invoeren, wat betekent dat iedere inwoner met een gezinsinkomen hoger dan 150 procent van het bruto wettelijk minimumloon in principe geen (geld voor) huishoudelijke hulp (HH1) krijgt toegekend.

Mensen zijn in die gevallen voldoende financieel zelfredzaam om op eigen kracht in een oplossing te voorzien, zo vinden B en W. Het netto-inkomen van een huishouden met 150 procent van het bruto wettelijk minimumloon ligt rond 2300 euro per maand. Die inkomensgrens zal alleen bij nieuwe aanvragen worden gehanteerd. Bij herindicaties of verlengingen wordt deze norm niet gehanteerd.

Verantwoordelijk wethouder David de Jong: ,,Met dit besluit willen wij bevorderen dat bij de huishoudelijke hulp de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Op deze manier zorgen we ervoor dat er geen andere aanpassingen nodig zijn om deze zorg betaalbaar te houden. Een bescheiden gezinsinkomen zal niet verhinderen dat een inwoner in aanmerking komt voor toekenning.”

Er bestaan twee soorten maatwerkvoorzieningen voor hulp bij het huishouden: HH1 en HH2. HH1 is voor inwoners die wel zelf de regie kunnen voeren over het huishouden en zelf kunnen bepalen wat er gedaan moet worden. HH2 is voor inwoners die geen eigen regie (meer) hebben en het huishouden niet zelf kunnen organiseren. Midden-Groningen past de draagkrachtnorm in de toekomst uitsluitend toe bij de maatwerkvoorziening HH1. Inwoners die moeite hebben met het voeren van regie (HH2) kunnen niet zelf de hulp regelen. Van hen verwacht de gemeente niet dat zij een particuliere hulp vinden die ook de regie overneemt. Voor de groep die dat wel kan, worden nu dus de regels aangepast.